Gevoelens worden meestal gevormd door wat we denken.
Verander je gedachten dan verandert je gevoel…
Er vliegen allerlei gedachten door je hoofd.
Als je deze gedachten gaat geloven creëer je nieuwe waarheden.
Maar is het wel zo waar?
Zoals zo mooi geschreven in het boek Tijger Tijger is het waar:
Is de gedachte die je hebt waar?
Kun je helemaal zeker weten dat het waar is?
Hoe reageer je, wat gebeurt er als je die gedachte gelooft?
Wie zou je zijn zonder die gedachte?
Probeer de gedachte eens om te keren.
Stel dat je denkt: “Niemand vindt mij aardig”.
Is dat waar?
Kun je helemaal zeker weten dat niemand jou aardig vindt?
Als je gelooft dat niemand jou aardig vindt, hoe reageer je dan?
Als je die gedachte nu niet zou hebben, wat zou dat met je doen?
En als je nu tegen jezelf zou zeggen: Heel veel mensen vinden mij aardig.
Op deze wereld zijn zoveel mensen, er zijn er vast heel veel bij die me wel aardig vinden.
Klopt het dan dat niemand jou aardig vindt?
Een volgend voorbeeld:
Stel je bent een lekker potje aan het voetballen of hockeyen.
Als je denkt: ”Het lukt met toch niet om te scoren”, is de kans groot dat je niet zult scoren. Toch?
Als je denkt dat je bepaalde dingen niet alleen kunt, zal je het minder snel aangaan als wanneer je denkt dat dingen je wel zullen lukken.
Het is daarom zo van groot belang dat wij kinderen zelf laten ontdekken, vanuit vertrouwen en stimulans dingen aan laten gaan, uit laten proberen, laten ervaren.
Een kind leert hierbij dat het mag leren vertrouwen op zichzelf, dat hij zelf mag gaan ontdekken waar zijn grenzen liggen, dat hij de nare gedachten niet hoeft te hebben dat het toch niet zal lukken. Hij zal leren dingen te proberen en steeds een stapje verder te komen. Succeservaringen opdoen. Wetende dat papa en mama toch wel een oogje in het zeil houden.
Ik hoor wel eens kinderen zeggen: “Ze denken…. Over mij”.
“Weet je zeker dat ze dat denken? Heb je ze dat wel eens hardop horen zeggen?”
“Waar zitten die gedachten? Juist! “In je eigen hoofd!”
Je hebt daarin een keuze om deze gedachten te geloven of juist niet.
Als het harde feiten zijn, dan is het moeilijk ze niet te geloven maar zolang het geen feiten zijn, zit het allemaal in je eigen hoofd en bepaal jij wat je met die gedachten doet.
In mijn praktijk doe ik weleens het volgende met de kinderen:
Stop je nare gedachten in een potje, een ballon of wat dan ook.
Stop ze weg, prik ze door en creëer mooie gedachten voor jezelf.
Jij, alleen jij, kunt toveren met je eigen gedachten.
Ik hoor je nu denken. Makkelijk gezegd.
Als ik tegen je zeg: “Denk niet aan een roze olifant.” Waar denk jij dan aan? Juist, een roze olifant.
Om die roze olifant uit je hoofd te krijgen maak je er snel een blauwe van, die roze is dan al weg. Denk vervolgens aan iets anders wat blauw is, bijvoorbeeld de lucht en denk aan het heerlijke weer.
Wat voor gevoel krijg je bij het heerlijke weer?
Weg gedachten aan roze olifant, omgetoverd tot heerlijke gedachten en gevoelens.
Tiepies Ik! Kindercoach Helmond